Om even uit de sleur van de refugios te ontsnappen, had ik besloten om te overnachten in een pension, met bed en eigen douche! Toen ik incheckte vroeg de waardin of ik feest ging vieren tot in de vroege uren, althans dat begreep ik uit haar gebrekkig Engels. Mijn reactie hierop was dat ik de volgende morgen weer fris en monter op pad wilde gaan. 's Avonds bleek dat ze een fiësta bedoelde dat om twaalf uur 's nachts op het plein voor de deur van het pension losbarstte. Vaarwel geplande nachtrust, waarop ik het besluit nam om van een ondeugd een deugd te maken: if you can't beat them, join them. Wederom was dus van al mijn goede voornemens niks terechtgekomen.
Het slapen in de Spaanse refugios valt me tot op heden nog alleszins mee. Alleen de grote herberg in Roncevalles viel een beetje tegen. Je sliep in een grote zaal met 80 stapelbedden. Het licht ging om 10.00 uur uit en 's morgens om 06.00 uur weer aan. Toen het licht uitging was het werkelijk: licht uit, snurkers aan. Tot mijn verdriet werd ik getrakteerd op een ware kakofonie van diverse snurkgeluiden. Gelukkig heb ik in Frankrijk oordoppen op laten sturen, waardoor ik nog enigszins heb kunnen slapen.
Voor de rest valt het me nog alles mee met de drukte op de Camino. Waarschijnlijk omdat het nog geen vakantie is in Spanje. Wat me wel opvalt, is het hoge percentage Duitsers. Bij navraag bleek dat dit veroorzaakt wordt door de publicatie van een boek over de pelgrimage, 'Mein Camino', van een zeer bekende Duitse tv-persoonlijkheid, wie, is me nu even ontschoten. Hierdoor heeft men en masse besloten de Heimat te verlaten. Maar zo erg is dat nu ook weer niet, want op het moment van schrijven, zit ik een cerveza te drinken, terwijl een Duitse schone mijn was doet.
Het was wel even wennen om het inmiddels zo vertrouwde Frankrijk, haar taal en cultuur te verlaten. Het was dat Maarten, een vriend die de eerste week in Spanje mee liep, het woord kon voeren voor ons, anders was de overgang lastiger geweest. Ze zeggen dat de Fransen geen Engels spreken, maar dat geldt in nog sterkere mate voor de Spanjaarden. Inmiddels kan ik me redelijk redden, ik krijg wat ik bestel en kan duidelijk maken dat ik geen Duitser, maar een Hollander ben.
Het weer in Spanje is tot nu toe ideaal om te wandelen: niet te warm met een koel windje. Daardoor was ik in staat de 200 km lange Meseta, een Spaanse hoogvlakte bekend om zijn verzengende hitte, in zes dagen te doorkruisen.
Het echte avontuur is nu wel voorbij. In Frankrijk moest je zelf je weg en overnachtingplaats vinden. Hier in Spanje is soms de bewegwijzering zo groot als een verkeersbord. Verder zijn er om de vijf a tien km wel herbergen voor pelgrims. Elk zichzelf respecterend dorp heeft wel een refugio. Net na Estella bevindt zich een wel heel bijzondere pelgrimsbron, er komt niet alleen water uit de tap maar ook rode wijn. Hier worden de flesjes water ingewisseld voor dat andere levenselixer
Nu zo met het einde in zicht, ik verwacht over twee weken thuis te zijn, moet ik toegeven dat ik er wel naar uit kijk weer in het Woerdense te zijn.

Johan van Rootselaar