Als nieuw bestuurslid is mij verzocht om iets over mijzelf en mijn eventuele scoutingervaring te vertellen, zodat een ieder van jullie wat meer over mijn oorsprong zal weten. Dit laatste zal wel eens in twijfel getrokken kunnen worden.. Doch ik doe een poging.

Hoe het begon
In een van de nazomers van de vijftiger jaren werd ik door mijn ouders op een knollenveld, tussen de spruiten gevonden.
Woerden was toen nog een klein provinciestadje gelegen aan de Oude Rijn en waar iedereen wel wat over de ander wist te vertellen.
Na enkele jaren in een luier te hebben rond gekuierd werd ook ik naar school gebracht, want men dacht in mij ook een klein Einsteintje te herkennen. Door mijn ouders, de onderwijzer en meneer pastoor met zachte aandrang op het rechte pad gehouden, bracht ik het algauw tot misdienaartje. Toch groeide er uit mij nog een levendig jongetje dat, eenmaal groot genoeg, de wijde wereld wilde zien.
Vliegenier, dat wilde ik worden, maar dromen zijn soms bedrog, dus werd ik uiteindelijk maar meester. Niet zo'n meester die tot wanhoop wordt gebracht door een groep van die kleine ettertjes en ook geen meester op zo'n groot ding dat over twee spoorstaven raast. Maar meester op een klomp met daaronder een ronddraaiend schroefje, terwijl het schoorsteentje vrolijk wat rook uitbraakt. Over die belevenissen uit deze periode, waarin door mij het eigen klompje werd gekoesterd en het leed aan andermans klomp voor mij een zakcentje zou kunnen opleveren, ga ik nu niet uitweiden.
Algauw worden deze belevenissen door een ieder als te sterk afgedaan, dus lijkt het mij beter te zwijgen en er later met mijn memoires nog wat slordige duiten aan over te houden.

Hoe ging het nu verder, zoals gebruikelijk lopen er heel wat aardige meisjes rond, althans als je niet je ogen in je broekzak hebt. Ook door mij werd algauw een boterbriefje bemachtigd en na wat zoeken vonden ook wij iets tussen de bekende spruiten op het knollenveld.
Omdat het verdacht veel op mij leek, moest ik wel de vader zijn, hetgeen voor mij een directe opslag zou inhouden in de vorm van kinderbijslag. Dat laatste beviel mij zo goed dat ik nog tweemaal op het knollenveld ben gaan zoeken en ik werd zeker niet teleurgesteld.
We konden klaverjassen terwijl de enige vrouw des huizen de plaatselijke winkels leegplunderde.
Wie ooit A zegt moet ook B kunnen zeggen en werd het tijd om wat vaste grond te zoeken om verder te boeren.
Uiteindelijk zou ik via een Belgisch avontuur terechtkomen bij een hele grote telmachine van een bekende Bank / Verzekeraar, alwaar ik zorgdraag voor de batterijtjes.


Waar het fout ging
En toen ging het mis, de batterijtjes bleven aardig vol en iemand met weinig kennis van zaken dacht dat er bij mij nog wel wat vrije tijd te halen was.
In mei legde deze vogel zijn ei en toen had ik direct naar Zuid-Amerika moeten vertrekken, maar dat is achteraf gezien een koe in de kont kijken.
Ik werd besmet met iets wat veel overeenkomsten heeft met een virus. De huisarts ontnam mij algauw alle hoop op genezing en mijn kennissen sloegen direct op de vlucht. Later heb ik nog via de rechter een verzoek ingediend om tot ontoerekeningsvatbaar te worden bestempeld, maar dat mocht niet baten.

Toen ben ik samen met nog een aantal lotgenoten, door de gemeenschap in strikte afzondering gehouden, tot de bedelstaf gebracht en ter beschikking gesteld aan zo'n dertig kwaadaardige wezentjes. Met hun groene blouses aan leken ze best aardig, maar waarom ze keer op keer mijn gehoororganen teisterden heb ik nooit kunnen begrijpen. Hun vrije tijd werd prettig besteed door met hen rood geschilderde opoefietsen te repareren en gelijktijdig de vuilnishoop in Nederland te vergroten. Ach wat maakt het uit, het worden later toch terroristen of ambtenaren, waarbij sommigen het misschien wel tot wethouder brengen.

Dat laatste brengt mij bij het volgende punt, of iedereen moet mij nu al spuugzat zijn, dan ben je als lezer natuurlijk vrij om de rest over te slaan.
In het verleden werd er wel gesuggereerd dat ik als simpele ziel te boek staande, wel wat meer wist van het snode plan van de wethouder. Niets was minder waar, het zijn allemaal brave lieden die daar gezeten achter statige bureaus, al dan niet aan de frisdrank of alcohol zijnde de uiteindelijke beslissingen nemen. Doch als, niet geheel vrijwillig, belasting betalend medeburger bleef ik hopen op het gezonde boerenverstand.

Ons nederige optrekje werd bedreigd door een benzine station en zou ten prooi vallen aan de groei en de vooruitgang van de stad Woerden. Het zal echter nu niet zo vaart meer lopen met de snode plannen van de wethouder. De wind is wederom gaan liggen nadat er bij toeval enkele rugstreeppadden in de jungle werden aangetroffen. Er zijn lieden die met de hand op het hart beweren dat er ook een koppeltje Siberische tijgers in het gebied zijn waargenomen.
Uiteindelijk is uit onverwachte hoek hulp gekomen. Olieboer A heeft er geen zin meer in en olieboer B stuurt een zakelijke briefje naar wethouder waarin een zak met duiten wordt gevraagd als de wethouder zijn snode plannetje door zal zetten.
De bedenker van dit alles is hopelijk, net als Berendbotje uit Zuid-Laren met zijn scheepje vertrokken naar Amerika. We gaan het nog horen.

Hoe het nu veder ging
Inmiddels heb ik carriére gemaakt binnen de instelling scouting. Zoals reeds gezegd, tot de bedelstaf gebracht en tien jaar ter beschikking gesteld aan zo'n dertig kwaadaardige wezentjes. Beter bekend als welpen. Daarna heb ik de verkenners het vak van neuspeuteren aangeleerd en met de exploirers het idee van een hangplek voor jongeren verder ontwikkeld. Omdat mijn gehoor reeds beschadigd was bleek ik uitermate geschikt te zijn om leiding te geven aan het STAM onderdeel dat uit voornamelijk randgroepjongeren bestaat. Terug kijkende is er niets in mijn bestaan veranderd. De veroordeling tot de bedelstaf is gehandhaafd en kwaadaardige wezentjes zijn alleen nog wat kwaadaardiger geworden. Wat heb ik toch in een vorig leven fout gedaan?
Over het werk in dit STAM onderdeel kan ik als sociaal psychologisch medewerker wel wat vertellen, maar de beroepseed verbiedt mij echter dat te doen!

Maar er is mij meer overkomen, heb je nog even? Toen ons vorige optrekje gelegen aan de minkemalaan ter discussie kwam, heb ik wederom niet goed opgelet. Ineens zat ik daar aan het statige bureau van de wethouder om een glaasje ranja met hem te nuttigen. Toen ik in de kleine uurtjes vertrok was ik benoemd tot Bouwpastor op een te renoveren boerderij. Onze huidige locatie. Net of ik niets anders te doen had. De ervaring als misdienaartje heeft waarschijnlijk de das omgedaan. Wederom een verzoek ingediend om als ontoerekeningsvatbaar te worden bestempeld, maar nooit meer wat van gehoord. Het zal mijn lot wel zijn.
En hoe ging het verder? Van Bouwpastor via Beheerder naar Bestuursfunctie is zoals Neil Armstrong het ooit bedoelde toen hij op de maan stapte. Het is slechts een kleine stap bij scouting maar voor één man een te grote. Nu ben ik reeds jaren het opperhoofd van de beheergroep. Brommen, ruimen, herstelen, timmeren, vonkentrekken en betonstorten tot dat we er groen van zien. Het is dankbaar werk, maar weet iemand of er iemand nog leeft die mij kan vertellen hoe ik deze kwaadaardige wezentjes, georganiseerd in een beheergroep, op het rechte pad kan houden?

De toekomst
Het woord betonstorten doet mij beseffen, dat beton een echt natuurproduct is, ooit ontdekt door dwergtimmermannen op de Kwertitqueretse berg. Echt waar de dwergen wisten ook niet beter! Bij toeval tijdens het bakken van pannenkoeken waarbij het beslag bestond uit een mengsel van kalk en leem. De mislukking stond bij voorbaat al vast. Brouwsel uit de pan op de grond, wat zand erover en de kiezel na.
Resultaat; Na slechts één regenbui, want het regende daar op de Kwertitqueretse berg ook wel eens, een vormloze massa met een brossige structuur. Het duurde daarna enkele eeuwen alvorens de Querrelijnder profeten ontdekten dat, nadat er wat kippengaas aan werd toegevoegd, de substantie overeind bleef staan. Met dit laatste is gelijktijdig het bewijs geleverd, dat de beheerders rechtstreeks afstammen van de Querrelijnder profeten. Ook zij hielden er kippen op na en ook zij hadden waarschijnlijk kip op de menukaart staan. De Gallus domesticus, de Latijnse naam voor kip, is ook zeer geliefd bij koks over de hele wereld, kijk maar eens even op: www.kiprecepten.nl, voor alles over kip en ei.

Terug naar de voorvaderen, de Ourrelijnder profeten. Deze kippengaas bouwers noemden hun vinding "wapening" hetgeen niet verward moet worden met "bewapening" want dat kwam pas veel later. Eerst moest Hannibal nog over de bergen met de olifant die mijn verhaaltje uit zou blazen. Langleven de olifant (Elephantidae) want hoe nu verder, ik weet echt iet!

Ad Borsboom
Querrelijnder profeet

(resultaten uit het verleden kennen geen garantie voor de toekomst)