Ondertussen ben ik nog even in Port Au Prince. Mijn collega en ik gaan met 2 collega's woensdagavond uit eten. Dat is toch wel een aparte ervaring in zo'n grote stad rijden en er is geen straatverlichting, helaas rijdt ook niet iedereen met verlichting of de verlichting werkt niet helemaal, erg spannend. In vele delen in de stad is er slechts enkele uren per dag elektriciteit, vele wat rijkere mensen en bedrijven hebben aggregaten, de armere mensen hebben zelfs geen stroom, water of gas. Het eten is weer erg lekker, lambi, ofwel conch in het Engels. Dit is vlees van grote schaaldieren, erg lekker. In tegenstelling tot Colombia is het eten hier gekruid en zelfs erg lekker gekruid. Ook in dit restaurant tref je weer een overvloed aan personeel. Het kost hier allemaal bijna niets, dus dan maar veel. In Colombia was dit ook al het geval, mensen die bij de supermarkt je tasje inpakken en zelfs met je naar de auto of naar huis lopen om te helpen. In het restaurant in het hotel zijn er regelmatig meer personeelsleden dan gasten.
In die paar dagen zie je toch wel aardige dingen in zo'n stad. Er is geen openbaar vervoer, verder zijn er nauwelijks regels blijkbaar voor het transport. Werkelijk van alles wat rijdt wordt omgebouwd tot taxi. Bij pick-ups wordt er een opbouw op gelast, een dakje, sommige kleine vrachtwagens worden voorzien van enkel kleine gaten en bankjes, keepwagens worden soms zelfs omgebouwd. Je komt er veel tegen in alle soorten en maten en vooral in allerlei kwaliteiten, ook vele al wegrottend langs de weg. Langs de weg vind je nog veel meer, ik heb de indruk dat 70% van alles in Port-Au-Prince op de stoepen wordt verkocht. Je kunt er werkelijk van alles kopen, banden, olie, T-shirts, allerlei fruit etc. Zo nu en dan komen we de bekende blauwe helmen tegen die patrouilleren. De politie lijkt hier trouwens alleen maar in VN wagens te rijden met "police" erbij geplakt.
Als het niet zo gevaarlijk was, zou ik aanraden er een keer te gaan kijken. Het ministerie van Buitenlandse Zaken raad af niet essentiële reizen naar Haiti te doen (http://www.minbuza.nl/nl/reizenlanden/reisadviezen,Ha-ti.html ).
Donderdagochtend zijn we na wat vertraging vertrokken richting Jacmel een andere kustplaats. We kwamen door de nog armere buurten van Port Au Prince. Vele woningen van 8 palen, één golfplaat en wat kleden. Bedenk hierbij dat Haïti ook nog in het orkanengebied ligt. Er liggen hopen vuil overal opgestapeld op straat of in de goten. We rijden langs een opgedroogde rivierbedding, enorm vervuild, het lijkt wel een vuilnisbelt en dan wonen er nog mensen tussen. Als je het raampje van de auto open doet komt regelmatig de stank je tegemoet. Er lopen honden rond, waarvan ik niet snap dat ze nog leven, alleen maar vel over been.
Wat wel een aardig gezicht is dat alle kinderen in schooluniformen lopen, allerlei soorten al van jongs af aan. De ouders schijnen er hier toch alles aan te doen om hun kinderen naar school te krijgen en een opleiding en dus kansen te geven. Het trieste is dan echter weer dat er geen controle systeem op de kwaliteit is, bijna alle scholen zijn particulier en iedereen kan een school beginnen. Dit heeft tot resultaat dat kinderen soms een diploma hebben, maar dat die geen enkele waarde heeft, zonde van het geld en het krom liggen voor de studie van je kinderen.
De weg ziet er buiten Port-Au-Prince goed uit. Naarmate we verder weg komen, wordt het eiland ook wel erg mooi. De weg blijft verbazend goed, totdat de helft van de weg wordt geblokkeerd door grote rotsblokken. Door de vele bomen kap is er erg vele erosie, onderweg komen we nog meer aardverschuivingen tegen. Deze worden uiteraard ook veroorzaakt door de tropische stormen en de daarop volgende overstromingen. Komend weekend meer.
Haiti II
Op de weg naar Jacmen, kwamen we regelmatig auto's tegen waarvan de achterkant een eigen wil lijkt te hebben en soms de voorkant in wil halen. De auto's rijden rechtuit, maar toch niet, de achterkant rijdt behoorlijk scheef ten opzichten van de voorkant. In Honduras had ik dit ook een keer gezien, maar hier is het toch wel heel erg. De oorzaak snap ik niet, misschien zit de achteras scheef? Afijn we zijn heelhuids aangekomen in Jacmel. Daar hebben we een stichting bezocht die wordt gedraaid door met Aids geïnfecteerde vrijwilligers. Hun doel is om geïnfecteerde mensen te helpen op allerlei manieren. Een grove schatting is dat 10% à 15% van de Haïtianen besmet is. Dit is een schatting, echte cijfers zijn niet voor handen. Wij zoeken en helpen via hen geïnfecteerde mensen die het hardst hulp nodig hebben. Dit is ook één van de onderdelen in het project waarmee wij hier helpen, dit had ik nog niet eerder gemeld. Donderdagavond hebben we afspraken gemaakt om vrijdag een aantal mensen te bezoeken die we gaan helpen. Verder bezoeken we de "Presidente" van deze regio van het Rode Kruis. Een erg aardige begripvolle dame. Tijdens dat gesprek wordt gelijk nog verduidelijkt dat het wat lastig zal worden, de komende tijd om mensen op pad te sturen. Vanwege het regenseizoen en door de overstromingen, zijn er nu veel mensen met malaria en denque. Tegen denque is niet zoveel te doen, als je het krijgt zul je moeten uitzieken, het kan dodelijk zijn. Tegen malaria heb ik medicijnen bij me die ik dagelijks moet slikken. Voordat ik op reis ging had ik ook al allerlei vaccinaties dtp, hepatitis A en B en gele koorts, we zijn niet zoveel gewend in Nederland.
Vrijdag verzamelen we in het regiokantoor van het Rode Kruis. Het is een ongeveer 200 jaar oud gebouw, wat helaas ook wel te zien is tijdens de rondleiding, een rat schiet weg in de tuin, het plafond wordt gestut door brancards, zie foto en er zitten veel gaten in de vloer. Tijdens de rondleiding blijkt ook weer hoeveel er hier gediscrimineerd wordt. Er heeft een rijk gezin gewoond, die waren er een aantal jaren niet, toen is er een arm gezin in getrokken. Toen de eigenaren terug kwamen wilden ze vanwege de arme mensen niet meer in het huis en hebben het aan het regionale Rode Kruis geschonken. Verder wordt er hier op huidskleur gediscrimineerd, de minst donkere mensen discrimineren de donkere. Ook wordt er op "intelligentie" gediscrimineerd, iemand die meer talen spreekt of meer diploma's heeft is meer dan een ander. Geïnfecteerde mensen hebben nog eens extra met discriminatie op basis van hun infectie te maken, net als in veel andere landen.
Om ongeveer half 9 vertrekken we voor een ritje van ongeveer 10 kilometer en een stukje lopen, anderhalf uur reistijd. Dit is de dagelijkse afstand die de kinderen lopen om naar school te gaan. De rit in Jacmel gaat best, vlak voor we er uit gaan, moeten we al door een rivier, ongeveer 50 centimeter diep en daarna begint de pret. Er zijn mensen die hebben het rijden van 4x4 als hobby, in Haïti is het noodzaak. De weg is al niet best, maar de laatste orkaan Noël heeft er nog even een schepje bovenop gedaan. Een groot deel van de weg is nu de rivierbedding. Dit betekent dus geen weg als het regent en na iedere storm of orkaan is de weg weer anders. We duiken nog een paar keer het water in en zien links van ons af en toe restanten van iets dat wat weg heeft van wat ooit een weg was. Na krap een uur kunnen we niet verder met de auto en gaan we lopen, ongeveer een half uurtje. (zie de foto's). We lopen tussen allerlei huisjes en hutjes door (zie ook weer de foto's) en allerlei dieren overal, geiten, ezels, kalkoenen, kippen, honden, katten e.d.
De eerste begunstigde die we bezoeken is een vrouw die in haar huisje ligt, 6 bij 3 meter ongeveer, houten palen, betonnen vloer, planken tegen de zijkant en een puntdakje van riet. In het schuine dakje is een extra laagje gemaakt van riet waar alle bezittingen op liggen. De vrouw woont hier met haar moeder en 5 kinderen. Haar moeder zorgt nu voor haar, omdat zij sinds kort niet meer zoveel kan. Ze heeft nu zo'n 7 jaar Aids en zal misschien nog 6 maanden leven. Ze kan erg weinig en ligt op de grond, haar bed. Haar gezicht is ondertussen al getekend door een gezwel, haar neus is 4x zo groot als gebruikelijk en groeit opzij. Ze kan niet overeind komen en moet regelmatig haar neus deppen. Twee jaar geleden constateerde men Aids, vlak daarna heeft haar man haar en de kinderen verlaten (waarschijnlijk was hij de oorzaak!). Dit is zo'n beetje het standaard verhaal hier, zodra er bij een vrouw Aids wordt geconstateerd. Ondanks dat ze alleen was, redde zij zich best met een eigen handeltje, ze kon de school voor de kinderen betalen en ze konden ervan leven. Nu zij niets meer kan is er geen inkomen meer. Één van haar dochters wil de handel over nemen, maar ze hebben geen geld en zij kan ook geen begin handeltje kopen om mee verder te gaan.
De tweede begunstigde is een gezin met nog meer kinderen. Vader en moeder zijn besmet, maar alles leek redelijk te blijven lopen, omdat zij een aantal eigen bananenbomen hadden. Door diezelfde orkaan Noël echter zijn zijn bomen door de rivier mee genomen, nu heeft hij helemaal geen inkomen meer, hij heeft zelfs zijn mobieltje verkocht om de school voor zijn kinderen te kunnen betalen.
De derde begunstigde is een vrouw die een huisje aan het bouwen was voor haar kinderen en haarzelf, toen zij ontdekte dat ze geïnfecteerd was. De ziektekosten hebben al haar geld opgemaakt, nu kan zij haar huisje niet af bouwen en de school voor de kinderen niet betalen.
Vanuit het project financieren wij nu de grootste noden en helpen we om een bestaan op te bouwen. Bij de eerste vrouw wordt het schoolgeld betaald, het huisje gerepareerd, en medicijnen betaald om een menswaardig einde te krijgen. Bij de anderen wordt eigenlijk hetzelfde geregeld.
De stichting waar ik eerder over schreef gaat samen met het Rode Kruis dit soort mensen bezoeken en de noden beschrijven. De mensen krijgen niet het geld, maar de rekeningen worden betaald. Dit heeft 2 redenen, er gebeurt wat je hebt afgesproken en richting de donor kunnen wij de kosten verantwoorden.
Aan het einde van 2008 hebben we zo een heel aantal mensen geholpen. En daarna...?
Terug in het hotel werk ik nog wat, pak mijn spullen voor het vertrek de volgende dag en ga nog wat drinken.
De volgende dag ontbijten we, en zoals in andere Zuid- en Midden-Amerikaanse landen is dat ook hier wat anders. In het vaste land krijg je vaak bonen, rijst en fruit, maar hier gaat de voorkeur uit naar een flink bord spaghetti. Ik ga voor de eieren met gebakken banaan. Om half 9 gaan we op weg.
Het is schitterend weer, zoals je op de foto's kunt zien. Onderweg weer de nodige taxi's, keepwagens en patrouilles van de VN. Dat had ik volgens mij nog niet eerdere gezegd, maar de bevolking van Haïti is erg gelovig, katholiek en protestants. Op veel keepwagens en taxi's zie je allerlei teksten die daaraan refereren. Onderweg bezoeken we nog een likeurstokerij, die alleen natuurlijke producten gebruikt, waarschijnlijk zijn synthetische hier duurder. Een deel van de opbrengst gaat naar een weeshuis, wat voor ons dus een goede reden is wat te kopen. Daarnaast is het erg goedkoop, 25 Haïtiaanse dollars, deze zul je echter nooit ergens vinden. Het is voor buitenlanders een absurde gedachte, maar dit is alleen een rekeneenheid. 1 Haïtiaanse dollar is 5 Gourdes, de echte munteenheid van Haïti. Terug in Port Au Prince ( voor mij Port Au Prison) nemen we mijn werk door en bezoeken we nog even een souvenirwinkeltje. Er is veel voodoo materiaal en allerlei erg mooi gemaakte houten en metalen kunstwerken. Tot slot ga ik naar het bekende hotel. Heb nog even tijd om wat dingen af te ronden voor ik ga eten en slapen. Morgen wordt een lange dag, 1½ uur rijden naar de grens en dan ± 4 naar Santo Domingo. Een voordeel is wel dat ik het één en ander zie, hoewel ik heb begrepen dat het hele eiland qua natuur en dergelijk hetzelfde is.
Waarschijnlijk rond ik dinsdag het geheel af, maar ik verwacht niet veel meer. In de DR hebben we hetzelfde project lopen en daar werk ik met een Nederlandse collega. Daarnaast ben ik er maar twee dagen. Maar dat zie je dan wel.
Siebren